Gedichten
De lijnen van je gelaat
Kijk eens om me heen en vraag niet maar vergeet
dat ik de trekken herken in de lijnen van je gelaat
Een glimlach naar de glinstering van één van je
eerste grijze haren
Een knipoog naar dat litteken onder je linker
ooghoek
toen dat reusachtige afdekschot in je oogkas
belandde
Een rimpel op je oceaan, een frons in je haardos
Al wat ik kan is zo hard lachen
dat de tranen in mijn gedachten schieten van geluk
Kijk eens met me mee en vraag me niet waarom
ik de lijnen volg in je gezicht die ik gelaten heb
Een dag
Wat als ik op een dag wakker wordt
Wat zou ik daarvoor willen laten
Draai me nog één keer om
Geloven dat ik niet alleen ben
Nee, samen door de nacht
En dan de morgen tegemoet
Jij en ik
Wil jij mijn vriendinnitje zijn
Mag jij met mijn Lego spelen
Zal ik je briefjes schrijven
Vertellen waar ik van heb gedroomd
Het was winter en de zon scheen
Het was koud, ik was alleen
De zee was kalmIk vond een mooie schelp
Ik heb hem hier in mijn zakZal ik hem je geven
IJsvrij
Ik krab de ijsbloemen van het raam
En terwijl het poeder onder mijn nagels smelt
Hou ik mijn adem in en kijk naar buiten
Zie hoe een besneeuwde twijg het aflegt
Het Koolmeesje speelt alsof het schrikt
Langzaam druk ik de klink omlaag
Duw heel zachtjes tegen de achterdeur
Ik breek de twijg in twee
Prik ze kruislings in de grond
En vouw mijn handen tot besluit
Vaal blauw
De maan, de zon, het gezoem
Roestige vegen in een vaal blauw rondom een spitse
silhouet
Deinend over velden, dansend over de sloot
Langs takjes, sprietjes en stengels
Dat je leegstroomt en je laat vullen
Met de dingen die je lang vergeten was
Dartel je door de tijdloze stilte
Zo fiets ik mezelf wel tien keer voorbij
De zon, de maan, de dauw
een diep steenrood met zwart en oranje rondom
dezelfde silhouet
Het is zondagochtend, zeven hele slagen markeren
‘t moment
Nog eens zeven slagen verder en dan ben ik thuis
Spiegelingen
Drie zonnen ontmoeten elkaar bij de einder
De middelste is in de vaart voor de zojuist geopende
brug
Ik blaas wolkjes en denk aan niets
Beweeg even licht van het ene op het andere been
Overzie de balans tussen aanname en streven
Wat werkelijk is en wat ik wil dat werkelijk is
Als ik nu zou laten al dat gelaten is
al dat zich laat zien zich spiegelt zonder rimpeling
Laat ik dan langzaam mijn schouders zakken
als een ondergaande zon in november
Even worden de twee zonnen één
De middelste vloeit langzaam, langs zijn eigen weg
Als de stenen langs dit pad
Achter je rug om bekijkt iemand hoe je loopt,
Hoe jij je hand door je haar strijkt
of struikelt over een losse stoeptegel
Juist geen afgewend blik wanneer je halt houdt en
je omdraait
Ik ken ze niet en toch kennen zij mij beter dan ik
Als de stenen langs dit pad een geheugen bezaten
Eeuwig vochtig en bemost, ondanks de seizoenen
Langszij een struikgewas, verwikkeld in haar dorre
gedachtes
Haar doornen krassend, een naam in je huid
"Het is waar, het is waar!" is wat me moet doen
geloven
Dat ik met open ogen droom en ze sluit als de dag
begint
Bekeken door hen die kunnen voorzien en doen
vergeten
Wie daar voor me staat, dat ik dat ben
Geboortegrond
Dwarrelende Beukenbladeren, vergeelde en groene
zijden
Aanschouwen hun laatste uur, de hemel, dan weer
de aarde
Zal deze boot spoedig aanmeren in mijn thuishaven
Er is twijfel, ruik mijn geboortegrond aan zee
proef het zout aan mijn lippen, slaak een verdwaalde
zucht
Hangend over de reling komen golven en gaan
Plots is daar een windvlaag, scherend en fluitend
over het dek
De lucht slaat uit mijn longen en mijn geest dwaalt
omlaag
Welke wortels hebben me gevoed die nu met me
lijken te breken
Wie heeft dit zaad geplant en wie smoorde de kiem
Velden verlaten, op goed geluk de wegen betracht
Drinkend en verdrinkend in de liefde voor dit lied
Maar deze bodem lijkt toch zou vertrouwd en
vruchtbaar
Hier wil ik doodgaan en geboren worden, telkens
weer opnieuw
Zomaar ergens
Soms sta ik stil en neem de omgeving in me op
Onderweg naar zomaar ergens
Soms doen mijn gedachten niet wat ik wil
Altijd op weg en kijk soms achterom
Soms loop ik voorbij aan al het schoon
Altijd op weg en vergeet soms waar naar toe
Soms draai ik me om en geniet
Onderweg naar zomaar ergens